vrijdag 7 juni 2013

Woensdag 29 mei 2013 - woensdag 5 juni 2013

Woensdag 29 mei 2013

Lieve Melissa,

Volgende week is het alweer een jaar geleden dat ik jou voor het laatst heb gezien. Ik denk nog iedere dag aan je en ik hoop dat je zult begrijpen waarom ik je schrijf. Ik wil het uit mijn hoofd hebben en opslaan bij iemand bij wie het veilig is. En dat is bij jou, dat is altijd al zo geweest.

Ik heb vorige maand mijn spullen gepakt en ben naar de andere kant van Nederland verhuisd. Een echt goede reden had ik niet, maar het kwam op mijn pad en ik had niets te verliezen. Ik had absoluut niets te verliezen, Melis. Alles wat ik opgebouwd dacht te hebben was verdwenen en ik bleef over met wat herinneringen in de vorm van spullen en een vette bankrekening. Weet je nog dat wij grapjes maakten over rijke mensen? Dat zij wel ontzettend ongelukkig moeten zijn, omdat geld niet gelukkig maakt. Ik kan je vertellen dat het helemaal niet zo grappig is. Het is handig, dat wel. Mensen inhuren om je te verhuizen, bijvoorbeeld. Het enige dat ik hoefde te doen was mijn herinneringen in dozen stoppen om ze er vervolgens in een ander huis in een andere stad aan de andere kant van Nederland weer uit te halen. Mijn appartement ligt net buiten het centrum, tegenover een park perfect om te hardlopen. Het wordt tijd om daar weer mee te beginnen. Ik heb vier slaapkamers en een moderne eetkeuken. Er zit zo'n mooi espressoapparaat in met te veel knopjes om te weten hoe die werkt, een Amerikaanse koelkast waar ijsklontjes uit komen en een kookplaat waar je zes pannen tegelijk op kunt verwarmen. Aangezien ik geen koffie drink en koken absoluut geen hobby is, is dat niet de reden geweest dat ik dit huis heb gekocht. In een van de slaapkamers heb ik prachtig uitzicht over het park door de gigantische ramen. In de vensterbank kun je zitten en genieten van de zon. Toen ik dat zag was ik verkocht. Nu nog iedere keer als ik daar binnenkom heb ik een gevoel van thuiskomen. Ik heb mijn schrijftafel en die mooie, grote, antieke boekenkast erin gezet. Ooit zal mijn boek daar ook staan, Melis, dat beloof ik je.

Gisteren heb ik wat meubels gekocht voor in de woonkamer. Ik heb de muren lichtblauw laten verven, omdat jij dat zo mooi vindt. Dat maakte het lastig om passende meubels te vinden, maar de man in de winkel stond te springen om te helpen toen hij hoorde dat ik mijn hele woonkamer wilde inrichten met de meubels die hij verkoopt. Volgende week worden ze bezorgd. Een grote donkergrijze hoekbank waar je in kunt verdrinken, een lage salontafel, drie kasten om mijn servies in te zetten en een televisiemeubel voor mijn nog niet aangeschafte televisie. Eigenlijk maakte het mij niet uit hoe de woonkamer eruit zou zien, ik leef sinds mijn verhuizing in mijn schrijfkamer en zal dat ook blijven doen. Misschien is het onzin geweest om zo’n groot appartement te kopen, ik weet nu al niet wat ik met de ruimte moet. Ik moet niks, ik weet het, sorry. Ik probeer nog steeds zoveel mogelijk het woord ‘moeten’ te ontwijken, vooral nu ik niets meer ‘moet’, maar het is zoveel makkelijker om dingen te doen als je denkt dat het moet. Als je bepaalt dat het moet gebeuren en vergeet dat het een optie is. Maar als er iets is wat ik van jou heb geleerd is dat niets moet en dat je altijd een keuze hebt. De eerste week dat ik hier woonde begon ik spijt te krijgen van mijn beslissing. Ik werd heen en weer geslingerd tussen mijn gevoelens over de keuze die ik had gemaakt om hierheen te verhuizen. Ik had dan wel de herinneringen in de vorm van mijn spullen, maar ik begon de herinneringen op de hoek van de straat te missen. Ik heb hier nog geen herinneringen en was bang dat ik die ook nooit zou maken. Ik was bang dat ik hier nooit mijn weg zou vinden, dat ik weer alleen zou zijn. Ik dwong mijzelf hier te blijven, door te zetten, niet te luisteren naar de angst. “Ik had de keuze gemaakt om hier te wonen, dus dat moet ik ook blijven doen.” Fout. “Ik heb de vrijheid en de middelen om te doen wat ik wil, dus als ik weg wil, ga ik weg.” Door die gedachte besloot ik toch te blijven, door te zetten, omdat de angst door die gedachte langzaam wegging. Ik ben hier om te leren over het leven en over mijzelf. En de beste manier om jezelf te leren kennen ik door erachter te komen wat je doet als je bang bent. Ook ben ik erachter dat jij het enige bent wat ik mis aan mijn oude omgeving. Ik mis onze herinneringen, de uitstapjes die wij maakten, de gesprekken die wij hadden. Die herinneringen zal ik hier niet meer tegenkomen op de hoek van de straat. Gelukkig vond ik in een van de dozen al mijn herinneringen aan jou in spullen. Het speeltje uit het verrassings-ei die ik van jou had gekregen, de kaarten die je had geschreven, ons kettinkje en ons boekje. Ons boekje. Ik durf het nog steeds niet aan om die te lezen.

Ik ga vrijwilligerswerk doen. Over twee weken ga ik voor het eerst op bezoek bij een oudere dame om een kopje thee te drinken en te kletsen. Ik hoop dat zij zo’n lieve oma is die mooie verhalen vertelt over het leven en de liefde. Die mij wat levenswijsheden bij kan brengen en huishoudtips heeft. Weet je nog dat ik je vertelde over die keer dat ik mijn huis ging schoonmaken? Ik begon met stofzuigen en ging daarna alles afstoffen, soppen etc. Niemand had mij verteld dat, als je het in die volgorde doet, je twee keer kunt stofzuigen, omdat de vloer weer vies wordt van het afstoffen. Daar heb ik van geleerd en ik heb ook niet meer de hele dag nodig om mijn was te doen, maar ouderwetse huishoudtips zijn altijd welkom. Ik hoop ook dat ze geraniums heeft. En dat ze, doordat ik langskom, niet meer de hele dag ernaar kijkt. Ik dacht altijd dat ze daar letterlijk mee bedoelden dat oude mensen de hele dag naar geraniums zitten te kijken. Maar nu valt het kwartje dat dat gewoon een uitspraak is. De dame heet Betty en is vierenzeventig jaar. Zij woont al haar hele leven in dat huis en heeft daar dus ook al haar herinneringen. Haar man is vorig jaar overleden en haar broers en zussen al veel eerder. Kinderen hebben ze nooit gehad. Meer weet ik nog niet over haar en dat wil ik ook nog niet. Ik wil van haar horen wat haar levensverhaal is. Hoe zij is geworden wie zij is, wat zij achterlaat als ze niet meer leeft. Wat haar dromen en ambities waren, waar zij tegenaan is gelopen in het leven, hoe zij is omgegaan met de tegenslagen, maar ook de mooie momenten. Hoe zij haar man heeft leren kennen, hoe hun huwelijk eruit zag, wat voor huisdieren ze hebben gehad.

Ik hoor het lied op de radio. Ik ga nu stoppen.

Ik hou van je,

Joan.





Donderdag 30 mei 2013

Lieve Melissa,

Vanochtend werd ik huilend wakker. Ik was in een grote ruimte, het rook er naar chloor en je zou er een zwembad verwachten, maar die was er niet. Wel was er een gat in de grond gemaakt met een doek erover. Langs dat gat liep een lang, breed pad waar al mijn familieleden en wat vreemden stonden. Ze zagen mij niet en toen ik na lang twijfelen besloot om iemand aan te spreken, bleek dat ze mij ook niet konden horen. Ik vond dat vreemd, maar niet erg, want ik wist dat zij boven in de ruimte zat en wilde daar zo snel mogelijk naartoe. Ik moest haar daar bevrijden en helpen naar buiten te komen. Ik liep het pad af naar de houten trap, probeerde omhoog te lopen, maar werd tegengehouden. Ik wist niet door wie of wat, maar het werd bijna onmogelijk om de trap op te komen. Uiteindelijk lukte het. Ik was bovenaan de trap en keek direct de ruimte rond om te zien waar zij was. Ik zag haar en ik zag dat zij mij zag. Ze zwaaide naar me en lachte lief, alsof ze mij al verwachtte. Ik liep naar haar toe en wilde haar aanspreken. Toen zag ik dat ze met een groep mensen aan het praten was. Ze keek naar me alsof ik een vreemde was en niet bestond in haar leven. Maar ze zag me wel, ze kon mij waarschijnlijk ook horen. Ik wilde tegen haar zeggen dat het me speet, maar ik realiseerde me dat ik haar niet hoefde te bevrijden. Ik wilde niet dat ze zag dat ik weg wilde rennen, dus ik draaide me langzaam om en liep richting de trap. Voorzichtig liep ik de trap af en vrijwel direct nadat mijn linkervoet de vaste grond raakte, begon ik te rennen. Ik rende en rende en rende het lange, brede pad af. Mijn familie was inmiddels verdwenen en ik keek opzij om te zien of het gat in de grond nog wel bestond. Ik zag dat het groter was dan voorheen en het doek wat er overheen hing was eraf gehaald. Door mijn verbazing daarover maakte ik een misstap, ik gleed uit en viel in het gat. Ik viel en schreeuwde om hulp, terwijl ik niet bang was. Ik kon nog net de rand van het gat vastgrijpen, maar wist dat ik niet genoeg kracht had om weer omhoog te komen. Ik liet los. Ik viel en viel en viel tot ik uiteindelijk wakker werd. Nat van het zweet en de tranen. Het duurde een moment voordat ik doorhad dat ik in mijn eigen bed lag. Ik vroeg mij af of ik daadwerkelijk had geschreeuwd om hulp, of dat het alleen gebeurde in mijn droom. Ik wilde mij bewegen om de werkelijkheid te ervaren, maar ik lag als versteend in mijn bed. Het beeld van dat meisje nog in mijn hoofd. Waarom doe je dat, Melis?

Joan.






Zondag 2 juni 2013

Lieve Melissa,

De zon schijnt vandaag. Het voelt jaren geleden dat ik voor het laatst heb genoten van de zon. Dat ik zorgeloos buiten heb gezeten met een sigaret, een goed boek en de stroom aan gedachten die ik kan hebben. Het voelt alsof ik weer leef. Ik kan weer ademen en hoef niets anders te doen dan te zijn. Het enige bewijs van tijd is de zon die van plaats verandert en mijn armen verbrandt. Ik was vergeten dat je niet alleen in het buitenland zonnebrandcrème nodig hebt. Ik geloof dat ik de fles nog heb die we in Spanje hadden gekocht toen ik met jou, jouw broertje en ouders mee mocht op vakantie. We waren zestien en hadden na vier saaie jaren middelbare school eindelijk ons diploma gehaald. Ik was een week voordat we weggingen genezen verklaard van mijn pfeiffer en kon toch nog mee. Ik was zo stom geweest om te beginnen met roken, had van iemands sigaret een laatste hijs genomen en daardoor pfeiffer gekregen. Ik ging er vanuit dat ik daardoor niet mee kon, dus alle voorbereidende inkopen had ik niet gedaan. Jullie hadden zo’n wonder-gen en konden niet verbranden, dus zonnebrandcrème hadden we niet. Na drie dagen verbrand in de tent te hebben gezeten, besloten we dat het voor mij toch nuttig was om het aan te schaffen. Factor 50, voor de zekerheid. Diezelfde avond was er disco op de camping. Het begon met een kinderdisco waar het recreatieteam samen met de kinderen dansjes deden op populaire kinderliedjes. Later op de avond zou de echte disco beginnen. Ik mocht geen roze aan van jou, omdat dat vloekte bij mijn rode neus. En omdat ik er niet uit wilde zien als clown, trok ik iets zwarts aan. Ik was na tien minuten klaar om naar de kantine te gaan, omdat ik er niet veel zin in had. Ik zag er niet uit en elke beweging deed pijn. Eigenlijk wilde ik helemaal niet gaan, maar jij haalde me over, omdat je twee leuke jongens had zien rondlopen en die wilde leren kennen. Om bij ze op te vallen had je die prachtige, strakke, lichtblauwe jurk aangetrokken met zilverkleurige sandalen eronder. Alles stond jou prachtig, maar dit was ultiem. Je had je haren in laten vlechten en deed bijna een uur over je make-up. Dat was het waard, want aangekomen in de disco stapten de twee leuke jongens direct op ons af. De wat kleinere jongen bleef met jou praten toen de ander een drankje voor je haalde. Ik besloot mijzelf te vermaken door met de kleine kinderen te dansen en de clown te spelen. Ik was nog nooit zo jaloers geweest.

Toen ik je vijf jaar na die vakantie weer tegenkwam in de stad, leek je een compleet ander persoon. Je had je haar kort laten knippen, droeg simpele zwarte sneakers en de vormingen van jouw lichaam bleven goed verborgen door de losse kleding die je droeg. De houding die je aannam toen we zestien waren was nergens te bekennen. Ik wist niet wat ik tegen je moest zeggen. Je was zo veranderd, het leek of je precies wist welke persoon jij hoorde te zijn en hoe jouw leven eruit hoorde te zien. En ik was nog dezelfde persoon als vijf jaar ervoor, droeg nog vaak dezelfde kleding als toen en had dezelfde twijfels over mijzelf. Ik schaamde mij, het was een klap in mijn gezicht om te zien dat ik een achterstand had op jou. Ik kan niet verklaren waarom, maar ik wilde je terug in mijn leven. Ondanks dat je mij zenuwachtig maakte en ik het liefst zo snel mogelijk wilde ontsnappen aan jouw aanwezigheid, vroeg ik of je zin had om een keer wat te gaan drinken. Om bij te praten, elkaar weer te leren kennen. Je reageerde direct enthousiast, wat ik niet had verwacht. Ik had gehoopt dat ons gesprek daar zou eindigen, dat we elkaars telefoonnummer zouden opslaan en via de digitale weg een afspraak zouden maken. Maar je praatte verder, ging een gesprek aan. Het voelde vertrouwd, maar ik stotterde bij ieder woord dat ik zei. Ik zag dat je mij op mijn gemak wilde stellen, waardoor ik mij nog meer schaamde. Je had door dat ik het moeilijk had. Ik verzon een smoesje dat ik weer snel verder moest. Ik was bang dat je toen had besloten dat je niets meer met mij te maken wilde hebben. Ik snapte niet waarom ik dat dacht, dat ik daar zo bang voor was en waarom dat mij zoveel met mij deed. Diezelfde avond stuurde je mij een bericht. Ik hoefde niet zenuwachtig te zijn, want jij bent zelf ook een mens. Jij bent zelf ook zenuwachtig, maakt ook weleens fouten. Je was echt veranderd, de oude Melis zou dit nooit gezegd hebben. Mijn onzekerheid groeide hiermee, maar het stelde mij gerust om te weten dat jij mij ook weer in jouw leven wilde. Twee dagen erna gingen we wat drinken in de stad.

Mijn armen zijn vuurrood, ik ga op zoek naar de zonnebrandcrème.

Joan.




Woensdag 5 juni 2013

Lieve Melissa,

Mijn plan was om te doen of vandaag niet bestaat, ik wilde ontsnappen aan deze datum en de hele dag slapen. Morgen wakker worden en niet denken aan wat er vorig jaar is gebeurd en waarom ik jou niet meer in mijn leven heb. Maar je kent mij en mijn plannen; ik was om zeven uur klaarwakker en het eerste waar ik aan dacht was jij. Een gevoel van benauwdheid en angst ontfermde zich over mij en in plaats van stilliggen wilde ik het liefst wegrennen. Bezig blijven om niet te hoeven nadenken, ik wilde weg uit mijn hoofd, dat beeld wilde ik weg hebben uit mijn hoofd. Het scenario bleef zich afspelen, losse flarden van die dag op mijn netvlies gebrand.

Ik ben boos op je geworden, Melis. Ik heb naar je geschreeuwd en ruzie met je gemaakt. Ik heb wel duizend rondjes door mijn huis gelopen om een plek te vinden waar ik niet aan jou zou denken. Hoewel ik hier geen herinnering aan jou heb, deed werkelijk alles mij aan jou denken. Ieder liedje dat ik opzette, zelfs de top 40 van deze week, trok mijn aandacht naar jou. Ik besefte dat ik niet kon ontsnappen en dat ik net zo goed de confrontatie aan kon gaan. Ik zette mijn muziek uit en ging op de grond zitten. Ik sloot mijn ogen en besloot aan niets anders te denken dan aan jou. Ik dwong mijzelf het scenario gedetailleerd af te spelen in mijn hoofd. Ieder woord dat er werd gezegd, iedere beweging die er werd gemaakt. Ik wilde het seconde voor seconde terughalen en daarna loslaten. In ieder geval voor de rest van vandaag.

Het enige wat echt leek te helpen was het lied aanzetten, welke ik de afgelopen twaalf maanden krampachtig heb geprobeerd te ontwijken. Het lied dat tranen laat ontstaan in mijn ogen, wanneer de eerste noten zich afspelen. Waarbij de haren op mijn armen en benen recht omhoog gaan staan en mijn hart een slag overslaat. Welke ik vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week in mijn hoofd hoor afspelen. Waarvan de tekst mij terugbrengt naar het moment waarin die tekst precies vertelde wat er toen was. Ik zat nog steeds op de grond. Ik haalde mijn telefoon uit mijn broekzak en zocht naar het lied. Ik zag de titel voorbij komen en voelde direct een rilling door mijn lichaam gaan. Lang twijfelend keek ik naar mijn telefoon. Een simpele beweging met mijn duim tegen het scherm zou het lied starten.

Na een uur verstijfd op de grond te hebben gezeten, besloot ik dat het tijd werd om de confrontatie aan te gaan en het lied af te laten spelen. Met de eerste noten werd mijn herinnering aan het moment dat wij voor het eerst naar het lied luisterden levensecht. Ik voelde wat ik toen voelde, ik zag wat ik toen zag. Ik had verwacht dat ik direct in huilen zou uitbarsten, maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan verscheen er een glimlach op mijn gezicht. Dat moment wat zich weer afspeelde is een van de mooiste uit mijn leven geweest. De dag nadat ik jou voor het eerst sinds vijf jaar weer terug had in mijn leven, de dag nadat wij als vanouds uren met elkaar hadden gesproken, de dag dat jij zei dat dat lied perfect beschrijft hoe wij op dat moment waren. Het voelde alsof je weer even hier was.

Ik mis je.


Joan.

De eerste woorden

Afgelopen week ben ik begonnen met het herschrijven van het boek waar ik vorig jaar mee ben begonnen. Ik heb de eerste 3000 woorden digitaal op papier, zet ze online en ben van plan iedere volgende 3000 woorden ook online te zetten.