Woensdag 29 mei 2013
Lieve Melissa,
Volgende week is het alweer een jaar
geleden dat ik jou voor het laatst heb gezien. Ik denk nog iedere dag aan je en
ik hoop dat je zult begrijpen waarom ik je schrijf. Ik wil het uit mijn hoofd
hebben en opslaan bij iemand bij wie het veilig is. En dat is bij jou, dat is
altijd al zo geweest.
Ik heb vorige maand mijn spullen gepakt
en ben naar de andere kant van Nederland verhuisd. Een echt goede reden had ik
niet, maar het kwam op mijn pad en ik had niets te verliezen. Ik had absoluut
niets te verliezen, Melis. Alles wat ik opgebouwd dacht te hebben was verdwenen
en ik bleef over met wat herinneringen in de vorm van spullen en een vette
bankrekening. Weet je nog dat wij grapjes maakten over rijke mensen? Dat zij
wel ontzettend ongelukkig moeten zijn, omdat geld niet gelukkig maakt. Ik kan
je vertellen dat het helemaal niet zo grappig is. Het is handig, dat wel.
Mensen inhuren om je te verhuizen, bijvoorbeeld. Het enige dat ik hoefde te
doen was mijn herinneringen in dozen stoppen om ze er vervolgens in een ander
huis in een andere stad aan de andere kant van Nederland weer uit te halen.
Mijn appartement ligt net buiten het centrum, tegenover een park perfect om te
hardlopen. Het wordt tijd om daar weer mee te beginnen. Ik heb vier slaapkamers
en een moderne eetkeuken. Er zit zo'n mooi espressoapparaat in met te veel
knopjes om te weten hoe die werkt, een Amerikaanse koelkast waar ijsklontjes
uit komen en een kookplaat waar je zes pannen tegelijk op kunt verwarmen.
Aangezien ik geen koffie drink en koken absoluut geen hobby is, is dat niet de
reden geweest dat ik dit huis heb gekocht. In een van de slaapkamers heb ik
prachtig uitzicht over het park door de gigantische ramen. In de vensterbank
kun je zitten en genieten van de zon. Toen ik dat zag was ik verkocht. Nu nog
iedere keer als ik daar binnenkom heb ik een gevoel van thuiskomen. Ik heb mijn
schrijftafel en die mooie, grote, antieke boekenkast erin gezet. Ooit zal mijn
boek daar ook staan, Melis, dat beloof ik je.
Gisteren heb ik wat meubels gekocht voor
in de woonkamer. Ik heb de muren lichtblauw laten verven, omdat jij dat zo mooi
vindt. Dat maakte het lastig om passende meubels te vinden, maar de man in de
winkel stond te springen om te helpen toen hij hoorde dat ik mijn hele
woonkamer wilde inrichten met de meubels die hij verkoopt. Volgende week worden
ze bezorgd. Een grote donkergrijze hoekbank waar je in kunt verdrinken, een lage
salontafel, drie kasten om mijn servies in te zetten en een televisiemeubel voor
mijn nog niet aangeschafte televisie. Eigenlijk maakte het mij niet uit hoe de
woonkamer eruit zou zien, ik leef sinds mijn verhuizing in mijn schrijfkamer en
zal dat ook blijven doen. Misschien is het onzin geweest om zo’n groot
appartement te kopen, ik weet nu al niet wat ik met de ruimte moet. Ik moet
niks, ik weet het, sorry. Ik probeer nog steeds zoveel mogelijk het woord
‘moeten’ te ontwijken, vooral nu ik niets meer ‘moet’, maar het is zoveel
makkelijker om dingen te doen als je denkt dat het moet. Als je bepaalt dat het
moet gebeuren en vergeet dat het een optie is. Maar als er iets is wat ik van
jou heb geleerd is dat niets moet en dat je altijd een keuze hebt. De eerste
week dat ik hier woonde begon ik spijt te krijgen van mijn beslissing. Ik werd
heen en weer geslingerd tussen mijn gevoelens over de keuze die ik had gemaakt
om hierheen te verhuizen. Ik had dan wel de herinneringen in de vorm van mijn
spullen, maar ik begon de herinneringen op de hoek van de straat te missen. Ik
heb hier nog geen herinneringen en was bang dat ik die ook nooit zou maken. Ik
was bang dat ik hier nooit mijn weg zou vinden, dat ik weer alleen zou zijn. Ik
dwong mijzelf hier te blijven, door te zetten, niet te luisteren naar de angst.
“Ik had de keuze gemaakt om hier te wonen, dus dat moet ik ook blijven doen.”
Fout. “Ik heb de vrijheid en de middelen om te doen wat ik wil, dus als ik weg
wil, ga ik weg.” Door die gedachte besloot ik toch te blijven, door te zetten,
omdat de angst door die gedachte langzaam wegging. Ik ben hier om te leren over
het leven en over mijzelf. En de beste manier om jezelf te leren kennen ik door
erachter te komen wat je doet als je bang bent. Ook ben ik erachter dat jij het
enige bent wat ik mis aan mijn oude omgeving. Ik mis onze herinneringen, de
uitstapjes die wij maakten, de gesprekken die wij hadden. Die herinneringen zal
ik hier niet meer tegenkomen op de hoek van de straat. Gelukkig vond ik in een
van de dozen al mijn herinneringen aan jou in spullen. Het speeltje uit het
verrassings-ei die ik van jou had gekregen, de kaarten die je had geschreven, ons
kettinkje en ons boekje. Ons boekje. Ik durf het nog steeds niet aan om die te
lezen.
Ik ga vrijwilligerswerk doen. Over twee
weken ga ik voor het eerst op bezoek bij een oudere dame om een kopje thee te
drinken en te kletsen. Ik hoop dat zij zo’n lieve oma is die mooie verhalen
vertelt over het leven en de liefde. Die mij wat levenswijsheden bij kan
brengen en huishoudtips heeft. Weet je nog dat ik je vertelde over die keer dat
ik mijn huis ging schoonmaken? Ik begon met stofzuigen en ging daarna alles
afstoffen, soppen etc. Niemand had mij verteld dat, als je het in die volgorde
doet, je twee keer kunt stofzuigen, omdat de vloer weer vies wordt van het
afstoffen. Daar heb ik van geleerd en ik heb ook niet meer de hele dag nodig om
mijn was te doen, maar ouderwetse huishoudtips zijn altijd welkom. Ik hoop ook
dat ze geraniums heeft. En dat ze, doordat ik langskom, niet meer de hele dag
ernaar kijkt. Ik dacht altijd dat ze daar letterlijk mee bedoelden dat oude
mensen de hele dag naar geraniums zitten te kijken. Maar nu valt het kwartje dat
dat gewoon een uitspraak is. De dame heet Betty en is vierenzeventig jaar. Zij
woont al haar hele leven in dat huis en heeft daar dus ook al haar
herinneringen. Haar man is vorig jaar overleden en haar broers en zussen al
veel eerder. Kinderen hebben ze nooit gehad. Meer weet ik nog niet over haar en
dat wil ik ook nog niet. Ik wil van haar horen wat haar levensverhaal is. Hoe
zij is geworden wie zij is, wat zij achterlaat als ze niet meer leeft. Wat haar
dromen en ambities waren, waar zij tegenaan is gelopen in het leven, hoe zij is
omgegaan met de tegenslagen, maar ook de mooie momenten. Hoe zij haar man heeft
leren kennen, hoe hun huwelijk eruit zag, wat voor huisdieren ze hebben gehad.
Ik hoor het lied op de radio. Ik ga nu
stoppen.
Ik hou van je,
Joan.
Donderdag 30 mei 2013
Lieve Melissa,
Vanochtend werd ik huilend wakker. Ik was
in een grote ruimte, het rook er naar chloor en je zou er een zwembad
verwachten, maar die was er niet. Wel was er een gat in de grond gemaakt met
een doek erover. Langs dat gat liep een lang, breed pad waar al mijn familieleden
en wat vreemden stonden. Ze zagen mij niet en toen ik na lang twijfelen besloot
om iemand aan te spreken, bleek dat ze mij ook niet konden horen. Ik vond dat
vreemd, maar niet erg, want ik wist dat zij boven in de ruimte zat en wilde
daar zo snel mogelijk naartoe. Ik moest haar daar bevrijden en helpen naar
buiten te komen. Ik liep het pad af naar de houten trap, probeerde omhoog te
lopen, maar werd tegengehouden. Ik wist niet door wie of wat, maar het werd
bijna onmogelijk om de trap op te komen. Uiteindelijk lukte het. Ik was
bovenaan de trap en keek direct de ruimte rond om te zien waar zij was. Ik zag
haar en ik zag dat zij mij zag. Ze zwaaide naar me en lachte lief, alsof ze mij
al verwachtte. Ik liep naar haar toe en wilde haar aanspreken. Toen zag ik dat
ze met een groep mensen aan het praten was. Ze keek naar me alsof ik een
vreemde was en niet bestond in haar leven. Maar ze zag me wel, ze kon mij
waarschijnlijk ook horen. Ik wilde tegen haar zeggen dat het me speet, maar ik
realiseerde me dat ik haar niet hoefde te bevrijden. Ik wilde niet dat ze zag
dat ik weg wilde rennen, dus ik draaide me langzaam om en liep richting de trap.
Voorzichtig liep ik de trap af en vrijwel direct nadat mijn linkervoet de vaste
grond raakte, begon ik te rennen. Ik rende en rende en rende het lange, brede
pad af. Mijn familie was inmiddels verdwenen en ik keek opzij om te zien of het
gat in de grond nog wel bestond. Ik zag dat het groter was dan voorheen en het
doek wat er overheen hing was eraf gehaald. Door mijn verbazing daarover maakte
ik een misstap, ik gleed uit en viel in het gat. Ik viel en schreeuwde om hulp,
terwijl ik niet bang was. Ik kon nog net de rand van het gat vastgrijpen, maar
wist dat ik niet genoeg kracht had om weer omhoog te komen. Ik liet los. Ik
viel en viel en viel tot ik uiteindelijk wakker werd. Nat van het zweet en de
tranen. Het duurde een moment voordat ik doorhad dat ik in mijn eigen bed lag. Ik
vroeg mij af of ik daadwerkelijk had geschreeuwd om hulp, of dat het alleen
gebeurde in mijn droom. Ik wilde mij bewegen om de werkelijkheid te ervaren,
maar ik lag als versteend in mijn bed. Het beeld van dat meisje nog in mijn
hoofd. Waarom doe je dat, Melis?
Joan.
Zondag 2 juni 2013
Lieve Melissa,
De zon schijnt vandaag. Het voelt jaren
geleden dat ik voor het laatst heb genoten van de zon. Dat ik zorgeloos buiten
heb gezeten met een sigaret, een goed boek en de stroom aan gedachten die ik
kan hebben. Het voelt alsof ik weer leef. Ik kan weer ademen en hoef niets
anders te doen dan te zijn. Het enige bewijs van tijd is de zon die van plaats
verandert en mijn armen verbrandt. Ik was vergeten dat je niet alleen in het
buitenland zonnebrandcrème nodig hebt. Ik geloof dat ik de fles nog heb die we
in Spanje hadden gekocht toen ik met jou, jouw broertje en ouders mee mocht op
vakantie. We waren zestien en hadden na vier saaie jaren middelbare school
eindelijk ons diploma gehaald. Ik was een week voordat we weggingen genezen
verklaard van mijn pfeiffer en kon toch nog mee. Ik was zo stom geweest om te
beginnen met roken, had van iemands sigaret een laatste hijs genomen en
daardoor pfeiffer gekregen. Ik ging er vanuit dat ik daardoor niet mee kon, dus
alle voorbereidende inkopen had ik niet gedaan. Jullie hadden zo’n wonder-gen
en konden niet verbranden, dus zonnebrandcrème hadden we niet. Na drie dagen
verbrand in de tent te hebben gezeten, besloten we dat het voor mij toch nuttig
was om het aan te schaffen. Factor 50, voor de zekerheid. Diezelfde avond was
er disco op de camping. Het begon met een kinderdisco waar het recreatieteam
samen met de kinderen dansjes deden op populaire kinderliedjes. Later op de
avond zou de echte disco beginnen. Ik mocht geen roze aan van jou, omdat dat
vloekte bij mijn rode neus. En omdat ik er niet uit wilde zien als clown, trok
ik iets zwarts aan. Ik was na tien minuten klaar om naar de kantine te gaan,
omdat ik er niet veel zin in had. Ik zag er niet uit en elke beweging deed
pijn. Eigenlijk wilde ik helemaal niet gaan, maar jij haalde me over, omdat je
twee leuke jongens had zien rondlopen en die wilde leren kennen. Om bij ze op
te vallen had je die prachtige, strakke, lichtblauwe jurk aangetrokken met
zilverkleurige sandalen eronder. Alles stond jou prachtig, maar dit was ultiem.
Je had je haren in laten vlechten en deed bijna een uur over je make-up. Dat
was het waard, want aangekomen in de disco stapten de twee leuke jongens direct
op ons af. De wat kleinere jongen bleef met jou praten toen de ander een
drankje voor je haalde. Ik besloot mijzelf te vermaken door met de kleine
kinderen te dansen en de clown te spelen. Ik was nog nooit zo jaloers geweest.
Toen ik je vijf jaar na die vakantie weer
tegenkwam in de stad, leek je een compleet ander persoon. Je had je haar kort
laten knippen, droeg simpele zwarte sneakers en de vormingen van jouw lichaam
bleven goed verborgen door de losse kleding die je droeg. De houding die je
aannam toen we zestien waren was nergens te bekennen. Ik wist niet wat ik tegen
je moest zeggen. Je was zo veranderd, het leek of je precies wist welke persoon
jij hoorde te zijn en hoe jouw leven eruit hoorde te zien. En ik was nog
dezelfde persoon als vijf jaar ervoor, droeg nog vaak dezelfde kleding als toen
en had dezelfde twijfels over mijzelf. Ik schaamde mij, het was een klap in
mijn gezicht om te zien dat ik een achterstand had op jou. Ik kan niet
verklaren waarom, maar ik wilde je terug in mijn leven. Ondanks dat je mij
zenuwachtig maakte en ik het liefst zo snel mogelijk wilde ontsnappen aan jouw
aanwezigheid, vroeg ik of je zin had om een keer wat te gaan drinken. Om bij te
praten, elkaar weer te leren kennen. Je reageerde direct enthousiast, wat ik
niet had verwacht. Ik had gehoopt dat ons gesprek daar zou eindigen, dat we elkaars
telefoonnummer zouden opslaan en via de digitale weg een afspraak zouden maken.
Maar je praatte verder, ging een gesprek aan. Het voelde vertrouwd, maar ik
stotterde bij ieder woord dat ik zei. Ik zag dat je mij op mijn gemak wilde
stellen, waardoor ik mij nog meer schaamde. Je had door dat ik het moeilijk
had. Ik verzon een smoesje dat ik weer snel verder moest. Ik was bang dat je
toen had besloten dat je niets meer met mij te maken wilde hebben. Ik snapte
niet waarom ik dat dacht, dat ik daar zo bang voor was en waarom dat mij zoveel
met mij deed. Diezelfde avond stuurde je mij een bericht. Ik hoefde niet
zenuwachtig te zijn, want jij bent zelf ook een mens. Jij bent zelf ook zenuwachtig,
maakt ook weleens fouten. Je was echt veranderd, de oude Melis zou dit nooit
gezegd hebben. Mijn onzekerheid groeide hiermee, maar het stelde mij gerust om
te weten dat jij mij ook weer in jouw leven wilde. Twee dagen erna gingen we
wat drinken in de stad.
Mijn armen zijn vuurrood, ik ga op zoek
naar de zonnebrandcrème.
Joan.
Woensdag 5 juni 2013
Lieve Melissa,
Mijn plan was om te doen of vandaag niet
bestaat, ik wilde ontsnappen aan deze datum en de hele dag slapen. Morgen
wakker worden en niet denken aan wat er vorig jaar is gebeurd en waarom ik jou
niet meer in mijn leven heb. Maar je kent mij en mijn plannen; ik was om zeven
uur klaarwakker en het eerste waar ik aan dacht was jij. Een gevoel van
benauwdheid en angst ontfermde zich over mij en in plaats van stilliggen wilde
ik het liefst wegrennen. Bezig blijven om niet te hoeven nadenken, ik wilde weg
uit mijn hoofd, dat beeld wilde ik weg hebben uit mijn hoofd. Het scenario
bleef zich afspelen, losse flarden van die dag op mijn netvlies gebrand.
Ik ben boos op je geworden, Melis. Ik heb
naar je geschreeuwd en ruzie met je gemaakt. Ik heb wel duizend rondjes door
mijn huis gelopen om een plek te vinden waar ik niet aan jou zou denken. Hoewel
ik hier geen herinnering aan jou heb, deed werkelijk alles mij aan jou denken.
Ieder liedje dat ik opzette, zelfs de top 40 van deze week, trok mijn aandacht
naar jou. Ik besefte dat ik niet kon ontsnappen en dat ik net zo goed de
confrontatie aan kon gaan. Ik zette mijn muziek uit en ging op de grond zitten.
Ik sloot mijn ogen en besloot aan niets anders te denken dan aan jou. Ik dwong
mijzelf het scenario gedetailleerd af te spelen in mijn hoofd. Ieder woord dat
er werd gezegd, iedere beweging die er werd gemaakt. Ik wilde het seconde voor
seconde terughalen en daarna loslaten. In ieder geval voor de rest van
vandaag.
Het enige wat echt leek te helpen was het
lied aanzetten, welke ik de afgelopen twaalf maanden krampachtig heb geprobeerd
te ontwijken. Het lied dat tranen laat ontstaan in mijn ogen, wanneer de eerste
noten zich afspelen. Waarbij de haren op mijn armen en benen recht omhoog gaan
staan en mijn hart een slag overslaat. Welke ik vierentwintig uur per dag,
zeven dagen in de week in mijn hoofd hoor afspelen. Waarvan de tekst mij
terugbrengt naar het moment waarin die tekst precies vertelde wat er toen was. Ik
zat nog steeds op de grond. Ik haalde mijn telefoon uit mijn broekzak en zocht
naar het lied. Ik zag de titel voorbij komen en voelde direct een rilling door
mijn lichaam gaan. Lang twijfelend keek ik naar mijn telefoon. Een simpele
beweging met mijn duim tegen het scherm zou het lied starten.
Na een uur verstijfd op de grond te hebben
gezeten, besloot ik dat het tijd werd om de confrontatie aan te gaan en het
lied af te laten spelen. Met de eerste noten werd mijn herinnering aan het
moment dat wij voor het eerst naar het lied luisterden levensecht. Ik voelde wat
ik toen voelde, ik zag wat ik toen zag. Ik had verwacht dat ik direct in huilen
zou uitbarsten, maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan verscheen er een
glimlach op mijn gezicht. Dat moment wat zich weer afspeelde is een van de
mooiste uit mijn leven geweest. De dag nadat ik jou voor het eerst sinds vijf
jaar weer terug had in mijn leven, de dag nadat wij als vanouds uren met elkaar
hadden gesproken, de dag dat jij zei dat dat lied perfect beschrijft hoe wij op
dat moment waren. Het voelde alsof je weer even hier was.
Ik mis je.
Joan.